Reconstructieve chirurgie

Reconstructieve chirurgie van het hoofd-halsgebied behelst het sluiten van defecten en het reconstrueren van organen. Hierbij kunt u denken aan het vervangen van een tong, het reconstrueren van een kaak of het weer opbouwen van een neus of een oor. Zo goed als het kan wordt daarbij rekening gehouden met functies als slikken, ademhaling en praten.

Bij reconstructies is het van belang om te zorgen voor een goede bloedvoorziening van het gebruikte weefsel. Dit is met name het geval indien het gebied ook van tevoren is bestraald of na het verwijderen van de tumor nog bestraald gaat worden. Reconstructies vinden plaats na het verwijderen van huidtumoren maar ook na het verwijderen van dieper gelegen, meer complexe slijmvliestumoren en andere type tumoren van het hoofd-halsgebied.

Vaak kan met weefsel uit de omgeving dat nog enige tijd met de oorspronkelijke bloedvaten verbonden blijft (een zogeheten ‘gesteelde lap’) een reconstructie worden uitgevoerd. Dankzij de operatiemicroscoop kan ook gewerkt worden met weefsel van andere plekken uit het lichaam (‘vrij gerevasculariseerde lappen’). In dat geval worden de bloedvaten vrijgeprepareerd en doorgenomen bij het uitnemen van de ‘lap’ om het weefsel later na transplantatie naar het hoofd-halsgebied met behulp van een operatiemicroscoop door middel van vaatanastomosen te bevestigen aan donorvaten in het gezicht of de hals.