1. Carcinomas a. Acinic cel carcinoom b. Mucoepidermoid carcinoom c. Adenoid cysteus carcinoom d. Polymorf low-grade adenocarcinoom (Terminale duct adenocarcinoom) e. Carcinoom-ex-pleiomorf adenoom f. Epitheliaal-myoepitheliaal carcinoom g. Basaalcel adenocarcinoom h. Zeldzaam: Sebaceous carcinoom, Papillair cystadenocarcinoom, Mucineus adenocarcinoom, Oncocytisch adenocarcinoom, Salivary duct adenocarcinoom, Adenocarcinoom, Maligne myoepithelioom, Plaveiselcel carcinoom, Kleincellig carcinoom, Ongedifferentieerd carcinoom i. Overige carcinomen 2. Lymfomen (o.a. MALT, B-cel) 3. Niet-epitheliale tumoren: sarcomen, fibromen e.d. 4. Metastasen
5. Niet-neoplastische zwellingen: Cystische lymphoide hyperplasie (AIDS), cysten, necrotiserende sialometaplasie, onocytosis, sialoadenosis, chronische scleroserende sialoadenitis.